
Leesverslag deel 4
Wij hebben hoofdstuk 16 tot en met het eind ( hoofdstuk 19) gelezen.
We gaan het vieren, zei de Jakkepoes. Er valt nog niks te vieren, zei Minoes. Mijn baas is nog altijd ontslagen en hij moet z’n huis uit over een paar dagen. Wacht maar.. zei schele Simon, er kan vandaag nog van alles gebeuren. Het ziet er naar uit dat je gelijk had Tibbe, zei de Hoofdredacteur. Wat je geschreven hebt was waar. Natuurlijk was het waar, zei Tibbe. Anders had ik het niet geschreven. Wacht eventjes, zei de baas. Ik blijf er bij dat je geen bewijs had, en je mag nooit schrijven als je geen bewijzen hebt. Ik hoop dat je weer bij ons komt werken? O ja dolgaag, zei Tibbe. Tibbe werd de volgende dag wakker door een donzig pootje dat over z’n gezicht streek. Het was Fluf. Ga gauw weer op m’n voeteneind liggen. Maar Fluf mauwde dringend. Moet je me iets vertellen? Ga maar naar Minoes. Maar Fluf hield niet op en mauwde net zo lang tot Tibbe opstond. Minoes lag niet in haar doos! Fluf mauwde maar door. Wat is er toch? Moet ik naar buiten kijken? Tibbe boog zich verder naar buiten en het raam piepte. De rode poes keek hem aan. Het was Minoes. De ogen van Minoes die hij zo goed kende. Minoes rende weg maar de Jakkepoes bleef zitten. Onzin zei hij. Wat haal ik me nou in m’n hoofd? Straks komt juffrouw Minoes gewoon weer terug. Meestal kwam Minoes thuis zodra het licht werd, maar nu was ze er niet. Om kwart over 6 werd er gebeld. Ze belt aan! dacht Tibbe. Maar het was Bibi die de trap op kwam. Waar zou ze zijn? Ik denk dat ze naar haar ouwe huis is, zei Bibi. Naar haar eigen tuin? Wat voor eigen tuin? In de Emmalaan. Ze heeft me een keer verteld dat ze daar thuishoorde. Wat moeten we doen? Erheen gaan, zei Bibi. Naar de Emmalaan kijken of we haar zien. Dat huis moet het zijn zei ze. Ze wees op de villa naast het instituut. Kom laten we maar weggaan, zei hij. Wou je haar niet meenemen? vroeg Bibi. Nee zei Tibbe, ze is de poes van een ander. En ik heb nog acht katten over. Ondertussen wil de zuster van Minoes dat Minoes een lijster opeet, want dan kan ze genezen en weer kat worden. Maar Minoes wil de vogel geen pijn doen en dan stuurt de zuster haar weg. Minoes vindt, dat ze onkats deed om die vogel te redden en dat ze daarom geen kat meer is.
Bibi en Tibbe missen Minoes vreselijk. Opeens blafte er een hond achter hun bank. Het was een grote Deense dog. Hij stond onder een boom en blafte naar boven. De hond ging vreselijk te keer en sprong als een razende tegen de stam. Mijn secretaresse zit in een boom en durft er niet meer uit, zei Tibbe. Er was zeker een hond vroeg de melkman. Wacht maar ik zet de wagen er vlak onder. Twee minuten later stond Minoes op straat en de melkman reed verder. Tibbe en Bibi lachten allebei van opluchting. Toen Minoes thuis was vertelde ze over haar zuster en hoe het kwam dat ze was weggelopen/ Ik was zo verschrikkelijk bang, stotterde Tibbe. Ik loop niet meer weg, zei Minoes. Maar ik was bang dat u me niet meer nodig zou hebben. Ik heb je ontzettend hard nodig, Minoes, zei Tibbe. Niet alleen als secretaresse maar ook… Hij kreeg een kleur. Nou ja zomaar zei hij, gewoon in huis een beetje om me heen.
De vraag:
Wat was geen prettig gezicht toen Tibbe en Bibi weg liepen van het huis van Minoes?
Wij hebben hoofdstuk 16 tot en met het eind ( hoofdstuk 19) gelezen.
We gaan het vieren, zei de Jakkepoes. Er valt nog niks te vieren, zei Minoes. Mijn baas is nog altijd ontslagen en hij moet z’n huis uit over een paar dagen. Wacht maar.. zei schele Simon, er kan vandaag nog van alles gebeuren. Het ziet er naar uit dat je gelijk had Tibbe, zei de Hoofdredacteur. Wat je geschreven hebt was waar. Natuurlijk was het waar, zei Tibbe. Anders had ik het niet geschreven. Wacht eventjes, zei de baas. Ik blijf er bij dat je geen bewijs had, en je mag nooit schrijven als je geen bewijzen hebt. Ik hoop dat je weer bij ons komt werken? O ja dolgaag, zei Tibbe. Tibbe werd de volgende dag wakker door een donzig pootje dat over z’n gezicht streek. Het was Fluf. Ga gauw weer op m’n voeteneind liggen. Maar Fluf mauwde dringend. Moet je me iets vertellen? Ga maar naar Minoes. Maar Fluf hield niet op en mauwde net zo lang tot Tibbe opstond. Minoes lag niet in haar doos! Fluf mauwde maar door. Wat is er toch? Moet ik naar buiten kijken? Tibbe boog zich verder naar buiten en het raam piepte. De rode poes keek hem aan. Het was Minoes. De ogen van Minoes die hij zo goed kende. Minoes rende weg maar de Jakkepoes bleef zitten. Onzin zei hij. Wat haal ik me nou in m’n hoofd? Straks komt juffrouw Minoes gewoon weer terug. Meestal kwam Minoes thuis zodra het licht werd, maar nu was ze er niet. Om kwart over 6 werd er gebeld. Ze belt aan! dacht Tibbe. Maar het was Bibi die de trap op kwam. Waar zou ze zijn? Ik denk dat ze naar haar ouwe huis is, zei Bibi. Naar haar eigen tuin? Wat voor eigen tuin? In de Emmalaan. Ze heeft me een keer verteld dat ze daar thuishoorde. Wat moeten we doen? Erheen gaan, zei Bibi. Naar de Emmalaan kijken of we haar zien. Dat huis moet het zijn zei ze. Ze wees op de villa naast het instituut. Kom laten we maar weggaan, zei hij. Wou je haar niet meenemen? vroeg Bibi. Nee zei Tibbe, ze is de poes van een ander. En ik heb nog acht katten over. Ondertussen wil de zuster van Minoes dat Minoes een lijster opeet, want dan kan ze genezen en weer kat worden. Maar Minoes wil de vogel geen pijn doen en dan stuurt de zuster haar weg. Minoes vindt, dat ze onkats deed om die vogel te redden en dat ze daarom geen kat meer is.
Bibi en Tibbe missen Minoes vreselijk. Opeens blafte er een hond achter hun bank. Het was een grote Deense dog. Hij stond onder een boom en blafte naar boven. De hond ging vreselijk te keer en sprong als een razende tegen de stam. Mijn secretaresse zit in een boom en durft er niet meer uit, zei Tibbe. Er was zeker een hond vroeg de melkman. Wacht maar ik zet de wagen er vlak onder. Twee minuten later stond Minoes op straat en de melkman reed verder. Tibbe en Bibi lachten allebei van opluchting. Toen Minoes thuis was vertelde ze over haar zuster en hoe het kwam dat ze was weggelopen/ Ik was zo verschrikkelijk bang, stotterde Tibbe. Ik loop niet meer weg, zei Minoes. Maar ik was bang dat u me niet meer nodig zou hebben. Ik heb je ontzettend hard nodig, Minoes, zei Tibbe. Niet alleen als secretaresse maar ook… Hij kreeg een kleur. Nou ja zomaar zei hij, gewoon in huis een beetje om me heen.
De vraag:
Wat was geen prettig gezicht toen Tibbe en Bibi weg liepen van het huis van Minoes?
Goed verhaal!!
BeantwoordenVerwijderenLekker lang XD
Vraag: De zus van minoes had een vogeltje gepakt, dat was voor hun geen prettig gezicht!
Xx Anouk & Dagmar
Dat die zus een vogeltje pakten .
BeantwoordenVerwijderen